Wat is je band met de kust?
“Nieuwpoort is mijn tweede thuis”, valt Conner met de deur in huis. “Al van jongs af aan breng ik er elke vakantie door, op de kampen van JOETZ in Vakantiecentrum De Barkentijn, waar mijn vader bijna 40 jaar lang directeur is geweest. We groeven bunkers in de duinen en lieten onze fantasie de vrije loop”, wordt hij nostalgisch. “Vanaf mijn 15 jaar kwam ik er als monitor, maar vorige zomer, op mijn 30ste, heb ik mijn laatste kamp georganiseerd. Het begint natuurlijk alweer te kriebelen. Deze zomer zie je me er sowieso terug”, lacht Conner.
Wat geeft er je die golf van geluk?
“Het begint al bij het opsnuiven van die heerlijke zilte zeelucht wanneer ik Nieuwpoort binnenrijd, met mijn ramen wagenwijd open”, mijmert hij weg. “Het is de enige plaats waar ik volledig tot rust kan komen. Zelfs van de chaos op de kampen en de krijsende meeuwen word ik zen. Ik kan hier mijn gedachten verzetten en alles relativeren”, deelt hij.
Waar meer je het liefst aan?
“Mijn vader woont er nog steeds, dus ik spring geregeld eens binnen bij hem. Maar naast de Barkentijn kan je me wel eens vinden in Bar Eugène, de beachbar van mijn halfbroer Steve en zijn kameraad Lode Lefevre”, tipt Rousseau subtiel. “En ik smelt voor de ijsjes van Ijssalon St. Catherine, die ik er dan weer afloop met mijn vaste toer van tien kilometer”, lacht hij. “Ik start op de dijk, loop via de Ganzepoot en Sunparks, en zo terug naar zee”, staat Conner nu al te trappelen.