Duitsers, Spanjaarden, Canadezen… allemaal vinden ze de weg naar de kookkunsten van chef Timon Michiels (27). Het gaat zelfs zover dat een appartement in Sint-Idesbald vrijwel uitsluitend aan Carcasse-gasten wordt verhuurd. Drie jaar geleden spoelde de Gentenaar er zelf officieel aan, al was hij hier al als kind te vinden – met een schelleke van Dierendonck in zijn hand. Blijf niet langer op je honger zitten: dit is waarom hij zo gebeten is door Baaltje.
Baaltje boven Washington
Als kleuter was Timon al verknocht aan de zee én aan Dierendonck. “Elk weekend speelde ik op het strand en kreeg ik op maandag hun préparé du chef mee naar school.” Later schopte hij het zelf tot chef, van de Belgische ambassade in Washington. “Covid bracht me terug en daar ben ik blij om. Al was het weer wennen dat de Spar hier op zondag al om 13 uur sluit”, lacht hij. Sindsdien staat Timon aan het fornuis van Carcasse en verruilde hij zijn appartement in Melle voor de familievilla in Sint-Idesbald. In Baaltje voelt hij zich ondertussen helemaal ingeburgerd. “Dokter of kok, in de KYC drinkt iedereen samen pinten. De zee schept een band, die ik zelfs in Gent nooit zo voelde.”
Alles binnen barbecuebereik
De kust brengt Timon tot rust, al zal je hem nooit op het strand zien liggen. “Na een avondservice waai ik er weleens uit: muziek in de oren, niemand om me heen – zalig. Het voor- en najaar zijn voor mij dan ook de leukste periodes aan zee. Er is hier dan geen kat en altijd parkeerplaats voor de deur.” Als kok komt hij hier helemaal aan zijn trekken, omgeven door culinaire toppers. “Zo schuif ik graag aan de toog bij visrestaurant Julia.” Je leest het goed: de vleesexpert lust vis. “Thuis maak ik zelfs vaak vis, zoals vanmiddag nog zeebaars in zoutkorst. Van Mare Nostrum en Divers steek ik de straat over tot bij Stephan Destrooper, en zo heb ik ineens alles in huis voor een heerlijke barbecue.”
Zonneklopper of waterrat: Na twee uur aan het zwembad te liggen, denk ik al: “En nu?”. Op reis ga ik voor een goeie mix: in de voormiddag iets bezoeken, ’s namiddags chillen.
Frigobox of bediening: Ik ga graag uit eten, maar met de frigobox aan een cabine vind ik ook wel een tof concept. Rosé, charcuterie, oesters en je bent vertrokken.
Zonsopgang of zonsondergang: Zonsopgang haal ik nooit. Ik ben een snoozer, tot in het extreme. Ik ben ook wel echt een plakker; misschien de reden waarom ik niet kan opstaan.
IJsje of warme wafel: Twee bolletjes: een klassieke smaak en iets nieuws. Een warme wafel heb ik nooit begrepen.
Oesters of garnaalkroketten: Er gaat niks boven oesters. Puur of met karnemelkschuim, mierikswortel en in ponzu gepekelde komkommer.
Dijk, strand of zee: Geen enkele local komt toch op de dijk? Onlangs sleurde ik met vrienden een tafel de duinen in, om daar samen te lunchen. De maks!
Slippers of blote voeten: Het liefst al tafelend in het zand, op een verre bestemming. Hier ben ik een mocassin-man.
Petanque of paletten: Ik ben daar zelfs vrij goed in. Zeker als we wat gedronken hebben. (knipoogt)