Het gonst van leven in de Tuinen van Stene. De zon glinstert door de takken van de bomen, vogels zingen in vol ornaat en de lucht ruikt heerlijk fris. Met de lente in volle bloei en de zomer in zicht, wordt er volop gezaaid en geoogst. Van verse bladspinazie tot kleurrijke tijgertomaten: in de biopluktuin van Oostende komen alle groenten rechtstreeks van het veld. “Het is een plek waar mensen tot rust komen en waar je kan proeven wat respect voor de natuur oplevert.”
Plukken en genieten
Het is nog vroeg in de ochtend wanneer ik de poort van de biopluktuin open. Iets voor acht, half april. Er hangt nog wat dauw boven de velden, maar de lente is voelbaar. Ze ademt nieuw leven in de biopluktuin: de serres warmen op en de eerste basilicum laat zich zien. Jonge scheuten banen zich een weg door de donkere aarde en de eerste bloemen fleuren het landschap op. De biopluktuin maakt deel uit van de Tuinen van Stene, een voedsel-, landschaps- en landbouwpark in Oostende. Leden kunnen er een abonnement kopen om zelf hun biologische groenten te oogsten. “Wij zorgen voor de teelt en de planning, zij voor het plukken en genieten,” vertelt Joke Coopman, coördinator van Buitengoed Oostende. “Wie liever niet zelf oogst, kan terecht in onze kleine hoevewinkel met biologische producten, of kan ervoor kiezen om wekelijks een groentepakket op te halen.”
Plukken en genieten — de nagel op de kop. Terwijl ik er rondwandel, besef ik opnieuw waarom deze plek zo waardevol is. Intussen groeide de biopluktuin uit tot een vaste waarde in mijn dagelijkse leven. Wanneer het zonlicht zachter wordt en de wind gaat liggen, zoek ik graag de stilte op tussen het gewas. Het oogsten brengt rust. Het voelt als een soort liefdesverklaring aan eenvoud, gezonde voeding en het bewust omgaan met wat de aarde ons geeft. Bovendien voelt het telkens een beetje als thuiskomen wanneer ik langs de serres wandel — mijn ouderlijk huis ligt om de hoek. Even een krop sla of wat munt halen werd zo al snel een dankbare gewoonte. De geur van venkel en peterselie, het gezoem van kleine insecten of halverwege augustus wat bijpraten tussen de eerste zoete maïskolven — het zijn momenten waarop de wereld hier altijd heel even lijkt te vertragen.
Smaak in overvloed
Het ritme van de seizoenen is ook wat Joke persoonlijk het meest waardeert aan de biopluktuin. “Je leeft mee op haar tempo. Dat vind ik heel bijzonder aan deze plek.” Joke werkt rond natuurontwikkeling, duurzame landbouw en natuureducatie. Ze vindt het belangrijk dat we als mens niet boven, maar in de natuur leven. “In de biopluktuin werken we zonder chemische pesticiden of kunstmest en kiezen we voor een teeltwijze die de bodem voedt in plaats van uitput.” Ze laten daarom ruimte voor wilde planten en bloemen, zorgen voor een gezonde bodemstructuur en moedigen nuttige insecten aan. “Dat maakt onze tuin niet alleen mooier en levendiger, maar ook veerkrachtiger tegen extreme weersomstandigheden.” De met druivelaars begroeide pergola boven de picknicktafels nodigt uit om van de eerste zon te genieten. Met zicht op de serres, het waterweidelandschap en de testakkers vormen de Tuinen van Stene een natuurlijke oase. “Het is een omgeving waar mensen tot rust komen, waar kinderen leren waar hun eten vandaan komt en waar je letterlijk kan proeven wat respect voor de natuur oplevert," vertelt Joke. “Het hele jaar door worden er zo’n vijftig soorten groenten geteeld in de biopluktuin. In de tunnelserres kunnen momenteel onder andere sla, kervel, spinazie en radijzen geoogst worden. Binnenkort komen daar ook paksoi, rode biet, Chinese kool en wortel bij.”
Een plek van verbinding
Toch biedt de biopluktuin meer dan alleen gezonde voeding. Het is een plaats voor ontmoeting, groei en duurzaamheid. Joke ziet dat steeds meer mensen verbonden willen zijn met hun voeding. “Vooral mensen die bewust kiezen voor verse, lokale en smaakvolle groenten worden lid. Ze genieten van de rust op het veld, het buiten zijn en het volgen van de seizoenen. Sommigen hebben groene vingers en oogsten graag zelf, anderen zijn begaan met het klimaat en willen hun ecologische voetafdruk verkleinen.”
Wroeten in de aarde
Voor Kathleen Neirynck (53) is dat gevoel herkenbaar. Zo’n vijf jaar geleden besloot ze lid te worden van de biopluktuin, een plek waar ze veel rust en plezier vindt. “Het voelt als een unieke kans om dicht bij huis verse groenten te oogsten, zonder zich te hoeven bekommeren om het voorbereidende werk.” Ze overwoog al langer om een eigen moestuin te beginnen, maar dat bleek moeilijk te combineren met een voltijdse job en drie kinderen. Bovendien ontbrak haar de nodige kennis. “Nu kan ik gewoon genieten van het wroeten in de aarde met mijn handen. Het samen oogsten met mijn dochter of vriendin leverde al heel wat mooie momenten op.” De keuze voor seizoensgebonden en biologische groenten was voor haar ook vanzelfsprekend. “Mijn moeder had vroeger een natuurvoedingswinkel,” vertelt ze. “Het belang van gezonde voeding kreeg ik met de paplepel mee, en dat wilde ik ook in mijn eigen gezin toepassen.”
Als het over haar favoriete groente gaat, aarzelt Kathleen geen seconde. "Tomaten!" Elk jaar kijkt ze uit naar de indrukwekkende variatie aan smaken. “Een eenvoudige salade met verschillende soorten tomaten en verse kruiden staat hier de hele zomer lang op het menu.” Dankzij het gevarieerde aanbod blijft de zomer haar favoriete oogstseizoen. Toch leerde ze eveneens groenten waarderen waarmee ze vroeger minder snel aan de slag ging. Zo verschijnen boerenkool en snijbiet nu geregeld op tafel.
Van warmoes tot koolrabi
Ook Line Minne (38) laat zich graag verrassen door groenten die ze vroeger links liet liggen. Sinds ze enkele jaren geleden aansloot bij de biopluktuin, kookt ze meer volgens het seizoen. “Koolrabi werd een fijne nieuwkomer in onze keuken. Maar ook warmoes en venkel staan tegenwoordig vaker op het menu.” Line geniet ervan om tijd door te brengen in de natuur en gezond te koken. Na haar werkdag als logopediste duikt ze graag nog even de serres in. Ook op zondagochtend of tussendoor zoekt ze er de rust op. “Ik sluit de poort altijd met een opgeladen hoofd en een ontspannen gevoel.” Het geeft haar veel voldoening om groenten, fruit en kruiden via de korte keten op tafel te zetten. “En je proeft uiteraard het verschil,” voegt ze toe. “De smaak is verser en rijker. Dat maakt het koken ook leuker.” Bovendien vindt ze het belangrijk dat haar kinderen zien en begrijpen wat er voorafgaat aan het voedsel dat op hun bord terechtkomt. “Ze lopen mee op het veld, ontdekken andere groenten en helpen bij het plukken. Zo groeit niet alleen hun kennis, maar ook hun respect voor de natuur. Ze zijn vooral dol op wortelen, pompoenen, paprika’s en tomaten. Ikzelf oogst graag prei — een echte alleskunner in de keuken.”
Proeven van de korte keten?
Wie meer wil ontdekken, kan alvast eens langslopen tijdens de Week van de Korte Keten. Tussen 17 en 25 mei worden er rondleidingen georganiseerd en krijg je de kans om kennis te maken met lokale, duurzame voeding.