Als de naam je nog geen jinglebelletje doet rinkelen, dan misschien wel de wijngaarden onder dé kabelbaan van Vlaanderen, bekend dankzij de serie ‘Eigen Kweek’. Daar plukt familie Bacquaert hun druiven (en de dag), voor hun wijnhuis Entre-Deux-Monts. Hun achternaam mag dan wel klinken als een wijnboerfamilie in een afgelegen Frans dorpje waar de tijd stil staat, maar niets is minder waar. Hippe wijnboer Martin Bacquaert - derde generatie - draagt sneakers, sport veel, drinkt niet elke dag en heeft zijn wijngaard in Westouter, op de flanken tussen de Rodeberg en de Zwarteberg, in hartje Heuvelland. Welke fles ontkurkt hij het liefst en op wie en wat heft hij het glas? Hij schenkt ons klare wijn.
Fazant met witloof op kot
“Het middelste driehoekje in ons logo kleurt goud, omdat we trots zijn op wat we hier creëren, maar toont ook ingetogenheid tegenover de twee bergen. We moeten namelijk nederig blijven tegenover de natuur en het klimaat waar we afhankelijk van zijn”, legt Martin glashelder uit. “De locatie, de grond, hebben we te danken aan mijn grootvader, Jean Bacquaert, die de eerste percelen kocht in de jaren 50, maar het was mijn vader en ambitieuze wijn- en drankenhandelaar Yves Bacquaert die mij inspireerde om zelf wijn te maken. Ik besloot dan ook bio-ingenieur te worden en raakte tijdens mijn studies bevriend met een wijnboerfamilie in Bordeaux, waar ik heb helpen plukken. Ook met gastronomie was ik al van jongs af aan bezig. Zelfs op kot kookte ik een stukje fazant met witloof”, deelt hij met trots. “Zo rijpte het idee verder, tot we in 2004 onze eerste wijnstokken hebben geplant. Bijna 20 jaar later spreken we over 20 hectare en 120.000 flessen per jaar.”
De figuurlijke water bij de wijn
“De gronden zijn van mijn grootvader, het idee van mijn vader, het grafische luik regelt mijn zus en de productiesite is gevestigd bij mijn ouders thuis, maar we zijn niet het klassieke landbouwbedrijf waar generatie op generatie, gans de familie bij werkt. Tenzij mijn drie zonen, Edouard (7), William (6) en Maxim (1) het later overnemen”, knipoogt Martin. “We zijn een heel klein bedrijf, met een horizontale structuur, dus iedereen moet wel eens toegevingen doen. Zo moet iemand van de wijngaard wel eens bijspringen in de winkel of omgekeerd. Pure rock-’n-roll”, omschrijft hij de drukke periodes. “En dat lukt, omdat we allemaal dezelfde passie delen. Zelfs mijn boekhoudster heeft een kleine wijngaard bij haar thuis.”
De kelder van zijn dromen
“In de winter ligt de focus vooral op zaken doen. We hebben bouwplannen, gaan de website herbekijken en willen onze strategie hervormen. Zo ben ik dus dag in dag uit bezig met Entre-Deux-Monts, maar daarom drink ik niet iedere dag”, lacht hij. “Ik probeer gezond te leven en sport vaak, dus mijn lichaam zou dat ook niet aankunnen. We drinken natuurlijk wel eens eentje, maar dan is het vaak van collega-wijnbouwers uit andere landen en streken, om te vergelijken wat er elders gemaakt wordt. Dat ook wij in hun kelder liggen is dan ook het mooiste compliment. Of wanneer we mensen op restaurant onze fles horen bestellen, dat geeft zo’n kick”, glundert de bezieler. “Maar als ik mag dromen, dan hoop ik ooit hofleverancier te worden.”
Klinken op de grootvaders
“De publieksfavoriet is de Wiscoutre, een frisse aperitief met een zachte bubbel, ook ideaal bij visgerechten. Ikzelf ben het meest fan van de iets complexere Bacquaert Brut, om gezellig na te praten met vrienden of om te serveren tijdens de feestdagen. Nog twee soorten die mij nauw aan het hart liggen zijn de Rosé Anaïs, vernoemd naar mijn vrouw, wat wel tijd werd na 10 jaar huwelijk”, grapt hij, “en de Cuvée Jean uit de Collection Héritage, waarvan we 499 - eentje is er gesneuveld - magnumflessen hebben gemaakt. Inderdaad, een ode aan mijn grootvader, mijn peter. Zonder hem was er geen Entre-Deux-Monts”, heft Martin het glas graag op hem. “Hij stierf in 2002, dus hij heeft het zelfs nooit geweten. Ook mijn andere grootvader maakte de start niet mee. Met hen zou ik dus graag eens tafelen, om hen alles te vertellen en te tonen.”
De dag na Kerstmis
“Wij hebben niet echt tradities rond de feestdagen. Het maakt dan ook niet uit wanneer we samenkomen, als we maar samenkomen. Bijvoorbeeld met een mooie wandeling en nadien een goed glas wijn, meer moet dat niet zijn. Zo serveren we ook nooit zware gerechten, maar eerder een licht buffet, van slaatjes en vis”, zouden we beter een voorbeeld aan hem nemen. “En heel eerlijk? Ik geniet nog meer van de dag nadien. Op je gemak de restjes op eten, met je pantoffels en jogging aan, zalig”,
verlangt hij nu al. “Mijn wens voor 2024 is rust in de wereld, een gezond, evenwichtig leven, een drukke opendeurdag voor ons 20 jarig-bestaan en dat ik de 20 kilometer haal op onze wijntrail op 2 juni, het equivalent van 30, hier in het Heuvelland”, zucht hij al lachend.