Wanneer ben je hier aangespoeld?
“Ik ben geboren in Oostende, maar ben er nu al 25 jaar weg. Mijn man werkt er wel nog, maar ook in onze vrije tijd komen we regelmatig af. Of blijkbaar veel, van veel mensen denken dat we hier wonen.” (lacht) “Het voelt hier dan ook als thuiskomen voor mij. Wanneer ik Oostende binnenrijd maakt mijn hart een sprongetje. Dan merk ik dat ik de zee enorm mis. Als je hier opgroeit als kind, dan is het strand één grote speeltuin. Het is pas als je hier niet meer woont, dat je beseft hoe zalig het hier is. Het perfecte voorbeeld van dat we de zaken soms pas appreciëren wanneer we die niet meer hebben. Ik woon momenteel ook wel in de natuur, maar dan in een bosrijke omgeving. Toch blijft de zee een speciaal effect hebben op mij. Voor mijn werk moet ik vaak in Oostende zijn en zelf tussen de meetings door ga ik altijd eens piepen op het strand, om de zeelucht op te snuiven.” (glundert) “Ik begrijp dan ook niet dat de locals zo weinig naar het strand gaan. Bij deze dus een kleine reminder om er meer van te genieten.” (knipoogt)
Wat geeft er je die golf van geluk?
“De zee zelf. En geen klein gelukje, maar een groot geluk. Ben ik hier voor een halfuur, een dag of een week, ik wil er altijd naar toe. De zee ziet er gewoonweg prachtig uit. Dat oneindige, het geleide en vooral die zilte geur. Ook wat er allemaal uit de zee komt fascineert me. Ik ben opgegroeid met de producten van hier en ben dus verwend geweest in mijn kinderjaren. Zoals een tomate-crevettes met dagverse garnaaltjes, dat mis ik soms. Wat ik ook heel leuk vind in Oostende is om het overzetbootje te nemen naar de Oosteroever. Van daaruit wandel ik naar de Twins in Bredene voor een gezellige koffie om daarna terug te wandelen via het strand. Gewoon zalig!” (straalt)
Waarom deze badstad?
“Er zijn veel toffe badplaatsen, maar Oostende leeft het ganse jaar door. Er is hier altijd zoveel te beleven, zoals Theater Aan Zee in de zomer, het Filmfestival, concerten, mooie musea,… Kortom, er is hier altijd iets te doen, terwijl het in andere badsteden doorheen de week eerder rustig is. Maar wat Oostende nu net unieker maakt dan andere steden is die authenticiteit van de bevolking. Ze hebben die zekere je ne sais quoi. Oostendenaren zijn sympathiek, maar hebben tegelijk ook allemaal een hoek af!” (lacht) En dat heb ik nog nergens anders gezien. Misschien ook maar best?” (knipoogt)
Hoorntje of potje? “Goh, moeilijke keuze! Bij mij wisselt dat af. Nu zit ik in de potjes-fase.” (lacht)
Factor 50 of verbranden? “Factor 50, maar dat is ook wel met de jaren gekomen. Vroeger ging ik kiezen voor verbranden.” (lacht) “Nu zijn we ook allemaal op de hoogte van het belang van zonnecrème. Ik ga ook enkel in de zon met mijn grote zonnebril en -hoed.”
Zwemmen of zonnekloppen? “Zonnekloppen! Ik ben wel sportief, maar ik zwem niet graag. Het water moet al heel warm zijn voordat ik erin spring.” (lacht) “Geef mij maar een parasol, een boek en het geluid van de zee als achtergrondmuziek.”
Beachbar of beachsport? (lacht) “Allebei, eerst sporten en dan de bar!”
Mosselen of tongsjes?
En met of zonder frietjes? “Met, van die goeie verse handgesneden frietjes en huisgemaakte mayonaise!”
Zomer of winter aan de kust? “Goh, toch wel de zomer, omdat ik van de warmte hou en een zonnekind ben. Alhoewel ik de zee wel het mooiste vind in de winter en dan ook het liefst strandwandelingen doe.”
Bikini of badpak? “Bikini, dat bruint mooier hé!”
Handdoek of ligstoel? “Met ouder te worden ga ik voor comfort.” (lacht)
Rosé of pintje?
Vis of vlees op de barbecue?