Doorgaan naar content

“Onze woning is een laboratorium van nieuwe ideeën”

De passie van Extremis-bezieler Dirk Wynants slijt niet, net als zijn meubels

Dinsdag 20 september om 15u: interview met Dirk Wynants van het wereldwijd bekende meubelmerk Extremis. Helemaal excited kwamen we toe op hun hoofdzetel, in het West-Vlaamse Poperinge. Van gezond zenuwachtig gingen we al snel naar zen, bij het zien van de groene omgeving, de rustgevende meubels en de brave huishond. Ook Dirk zelf nam ons als een spraakwaterval, maar dan op een rustige, kabbelende manier, mee in zijn verhaal. “Op mijn 30ste moest en zou ik op mezelf beginnen. Hoewel ik jarig ben op 9 mei, ben ik toch al op 1 april gestart. Mocht het mislukken kon ik nog zeggen dat het een grap was”, lacht Dirk. 28 jaar later staan zijn meubels in alle uithoeken van de wereld. “We zijn er nog niet. We hebben zelfs nooit gedaan”, vertelt hij gepassioneerd verder. Wanneer we vragen naar zijn favoriete eigen ontwerp antwoordt de meubelmeester dan ook steevast: “de volgende”.

We gaan terug naar 1994. Ook mijn geboortejaar, maar vooral die van Extremis, ontstaan uit het huwelijk tussen de zoon van een meubelmaker en de dochter van een metaalbewerker. “Ik ben geboren en getogen in het hout, maar hamerde erop om eens met iets anders te werken, wat ik dan ook kon doen in het ouderlijk bedrijf van mijn vrouw, Hilde. Na mijn opleiding als binnenhuisarchitect met specialisatie in meubelontwerp heb ik verschillende jobs uitgeoefend, van productie tot marketing, allemaal in het kader van ooit mijn eigen merk te lanceren. Zo kan je als ontwerper pas grenzen aftasten. Nu nog steeds wil ik elk nieuw materiaal of techniek ontdekken. Meer nog, wil ik die meester zijn”, glundert hij.  

‘Tools’ for togetherness, klinkt het. Staat functionaliteit dan boven esthetiek?  

“Voor mij draait het rond de interactie tussen mensen, en hoe onze meubels die kunnen verbeteren. Elk design moet zijn reden van bestaan hebben. Er zijn namelijk te veel producten op de wereld. De energie die je erin steekt en de materialen die je erin verwerkt, die moet je verdienen. Esthetiek beschouw ik juist als een functionaliteit, naast ergonomie, economie en ecologie. In die zin dat een lelijk stuk onaangenaam is om naar te kijken en dus niet goed is voor je mentale gezondheid. We moeten ons omringen met mooie dingen, maar het moet human centered zijn. Zo hebben onze beslissingen om tot een vorm te komen niets te maken met esthetiek, maar met comfort, gebruik en eenvoud. Maar als het resultaat dan ook nog eens mooi is, heb je iets wat lang mooi zal blijven. Iets dat potentieel een klassieker kan worden. Dat je werkt met gerecycleerde materialen is één ding, maar zorgen dat je idee lang meegaat, dat is pas duurzaamheid.”

“Dat je werkt met gerecycleerde materialen is één ding, maar zorgen dat je idee lang meegaat, dat is pas duurzaamheid”
Dirk Wynants

Waar put je dan je inspiratie uit?

“Dat gebeurt volledig onbewust. Zo deed het ontwerp van de Kosmos me plots denken aan de tafel van een boot, ook zo’n rond model uit één geheel, terwijl ik een paar maand voordien terug ben beginnen zeilen. Of hoe Hilde en ik, een tijdje voor de Bistroo-tweezitter, nog naast elkaar in Parijs zaten, gezellig aan het praten over de voorbijgangers. Die interactie, dat is wat ik kopieer in mijn meubels. Ik kijk dus ook bewust niet in designboeken. Het zit net in dingen die niets met design te maken hebben: emoties, ervaringen, gesprekken. Of uit frustratie. Zoals dat de mooiste kant van de parasol eigenlijk de kant is die je niet ziet. Ik creëer geen nieuwe dingen. Ik geef wat er bestaat een nieuwe vorm.”

Waar of bij wie zou je graag ooit nog een meubel willen leveren?

“We staan bij een Justin Bieber thuis, maar persoonlijk doet me dat minder. Wat me het meest triggert, is geselecteerd worden door mensen van het vak, gerespecteerd worden door de peers. Zo ben ik misschien wel het meest trots op de Biënnale van Venetië. Velen sponseren hen, maar zij kochten (en kopen) effectief aan bij ons. Ook firma’s die staan voor innovatie, zoals Microsoft en LinkedIn, of educatie, zoals Harvard en Yale, zijn fantastisch om mee samen te werken. Stuk voor stuk iconische instituten, waaronder ook de hoofdkwartieren van de Olympische Spelen, wat ons wel een kick geeft. Maar een particulier van hier, die misschien wel lang gespaard heeft voor één van onze stukken, apprecieer ik minstens evenveel.”

Heb je dan enkel Extremis-stukken staan bij jullie thuis?

“Met uitzondering van één binnenzetel.” (lacht) “Onze woning is een laboratorium van nieuwe ideeën. Alle prototypes worden er ten volle getest en af- of goedgekeurd. Zelf of met vrienden en familie nagaan of het resultaat wel klopt met het idee dat ik voor ogen had. Zo heeft deze tafel twee jaar op mijn terras gestaan voor het op de markt kwam. Maar voordien maakte ik ook al mijn eigen meubels. Ik doe dus eigenlijk niet aan favorieten, maar er zijn wel mensen die ik enorm respecteer. Zoals een Dieter Rams, met zijn tien principes van goed design, die wij maar ook Jonathan Ive van Apple hanteren. Zo was ik ook één van de allereerste die een Tesla heeft gekocht. Toen nog zo onbekend, maar ik geloofde er meteen in. Ik ben een early adopter of zelfs een innovator.”

Een innovator die wereldwijd de nagel op de kop slaat, en dat vanuit ons West-Vlaanderen. Wat bracht je hier en wat doet je hier blijven?

“De liefde.” (lacht) “Omdat ik op kot wou gaan, ben ik ver genoeg van de Kempen gaan studeren, in Gent, waar je dus vooral West-Vlaamse meisjes tegenkomt. En eentje in het bijzonder.” (straalt) “Ik hou van de openheid hier. Tussen het groen, aan de zee of tijdens het paardrijden. Zo haat ik het ook om in de file te staan. Dat is geen kwaliteit van leven. Niettegenstaande ik wel eens nood heb aan het grootstedelijke en haar prikkels. Maar ik reis zodanig veel dat de indrukken ruim gecompenseerd worden. Vroeger voor de verkoop, nu voor het ambassadeurschap en het educatieve, van gastdocent in België naar opleidingsverantwoordelijke Industrieel Design in de Universiteit van Shanghai. Het is eigen aan de job. Ik moet naar buiten. Naar de Biënnale van Venetië of naar het bruisende New York. Ik heb verandering nodig. Maar ik verander daarom niet constant van gedachten. Ik krijg nieuwe inzichten.”

‘Extremis’ en toch zo’n rustgevend, clean en tijdloos design, vanwaar de naam?

“Later kreeg ’extreem’ inderdaad een negatieve connotatie door de extremisten, maar voor ons staat het voor ‘buitengewoon’. We staan op de rand van het gewone. Van het buiten en binnen. We zoeken de grenzen op in hetgeen we creëren, maar hebben de pretentie niet om speciaal te zijn. De ambitie niet om exclusief te zijn. We zitten misschien wel in een nichemarkt, maar limited editions ga je bij ons niet vinden. Dat is het kunstmatig opkloppen van iets, wat geen meerwaarde heeft. We zetten enkel meubels op poten die iets bijdragen.”

Tekst: Isabeau Verbist - Beeld: Manou Pattyn
Ik wil ook m'n verhaal in De Zeeparel!

Deel dit artikel gekopieerd

  • https://zeeparel.be/magazines/herfsteditie-2022/dirk-wynants

Misschien vind je deze artikels ook interessant.