Wanneer ben je hier aangespoeld?
“Ik kom al vanaf mijn 6 jaar in Oostduinkerke, vandaar dat ik het hier goed ken. Iedereen denkt altijd dat ik een Kortrijkzaan ben, maar ik ben hier eigenlijk al langer gedomicilieerd dan in Kortrijk. Mijn vrouw en ik hebben veel gereisd, veel gezien en dan besef je pas hoe schoon het hier is. Eens vader geworden was het tijd om te settelen en kwam er toevallig een huis te koop in Oostduinkerke-Dorp, gelijkaardig aan mijn ouderlijk huis. Zo’n oud burgerhuis met geschiedenis, hoge plafonds en veel ruimte. Toen wist ik: ‘hier zit muziek in’ en zijn we officieel in Oostduinkerke-Dorp komen wonen. Deze kustgemeente heeft de charme van een grootstad. Alle winkels zijn hier 7 op 7 open en ook in de winter leeft het hier. Terwijl je in de zomer dan net wat uit die drukte zit. Ideaal dus! Welke grootstad ik wel mis, is het bruisende New York. De ganse wereld zit daar en je hebt er alle soorten keukens in veelvoud, met de beste kwaliteit. Pre-covid ging ik regelmatig naar New York, omdat ik samenwerk met NYU (New York University). Teruggaan naar deze wereldstad klinkt dan ook als muziek in de oren.” (glundert)
Wat is je favoriete plek waar je iedere keer aanmeert?
“Favoriete adresjes, die heb ik in overvloed!” (lacht) “Ik steek graag de straat over naar Het Dorstig Hart. Het is daar zalig zitten aan het water, er hangt altijd een vakantiesfeer en de garnaalkroketten zijn er top! Qua eten zit je hier wel goed aan de kust. Zo ben ik ook grote fan van Julia in Sint-Idesbald. Daar mag je me altijd trakteren!” (knipoogt) “Ik ga er iedere week eten en probeer telkens iemand mee te nemen die er nog nooit is geweest. In elk restaurant heb ik ook mijn vaste gerechten. Mensen proberen me vaak te overtuigen om iets anders te nemen, maar tevergeefs.” (lacht) “In De Mikke bijvoorbeeld, neem ik altijd een filetje, bleu gebakken, en dat telkens aan mijn vaste tafel. De Mikke, dat is ook gewoon familietraditie. Ik ga er al van mijn 6 jaar. Ze hebben me doorheen de jaren ook zien evolueren van punker-fase tot gekalmeerde fase.” (lacht) “Ook een professor van de NYU, die vaak naar onze kust komt, eet zijn steak het liefst in De Mikke. Ik voel me graag ergens thuis en welkom. Ik ben daar zelf een beetje gevoelig aan. En in deze zaken heb je dat. Of het nu kalm of hectisch is, dat speelt geen rol.”
Wat geeft er je die golf van geluk?
“Sowieso het strand. Dat is zo groot, zo breed. Al ga ik niet iedere dag. Dat is dan zo he, vanaf iets bereikbaar en zo dichtbij is. Ik ben toevallig wel gisterenavond nog geweest. Wat een prachtig strand hebben wij eigenlijk? Tijdens de eerste 6 weken van de lockdown, toen niemand naar zee mocht komen, ging ik er vaak lopen. Dan kijk je anders naar dat strand. Je loopt dan gewoonweg in puur natuurgebied. Ik vind de levenskwaliteit dan ook nergens zo hoog als in Oostduinkerke. Ik kan hier geweldig tot rust komen. Je hebt er ook de ruimte en faciliteiten voor. Kortweg, hier kan je ademen. Het zijn de evidente dingen, die we te weinig benoemen, die het verschil maken. Je hebt het gevoel dat je in een dorp woont, maar toch ben je dicht bij alles. In de ochtend vertrek ik naar Parijs of Londen en in de avond zit ik in De Mikke. Je zit hier geen uur te lang in je wagen en verspilt geen tijd. Terwijl ik hier op een terrasje zit, bekijk ik ondertussen mijn e-mails. Dat vind ik levenskwaliteit.” (glundert)
Hoorntje of potje?
Zwemmen of zonnekloppen?
Factor 50 of verbranden?
Beachbar of beachsport? “Hmm, eigenlijk beide. Hangt dat niet aan elkaar vast?” (lacht)
Mosselen of tongsjes? “Ze zijn alle twee lekker, moeilijk. Oesters?” (lacht)
Zomer of winter aan de kust? “Zomer én winter, alle seizoenen zijn hier prachtig! Sommige mensen houden van de winter omdat het hier dan rustig is, maar dat is niet zo sportief om zoiets schoon voor jezelf te houden.“ (lacht) “Zoals nu in mei, precies alsof we in Zuid-Frankrijk zitten.”
Handdoek of ligstoel? “Handdoek of zelfs helemaal niets.”
Zwemshort of speedo?
Rosé of pintje? “Geen van de twee. Die rosé zou ik inwisselen voor een glas witte of rode wijn en dat pintje in een speciaal pintje. Zoals een Stoere Wulp, Wulps Blondje, Peerdevisser of Gigant, dat nieuw biertje van hier. Ik hou van iets speciaals met karakter. Zoals ikzelf!” (lacht)
Vis of vlees op de barbecue? “Vlees, want vis lukt nooit. Ik heb dan altijd het gevoel dat ik sta te prutsen, met zo’n papillot op de barbecue.” (lacht)