Doorgaan naar content

“Je opkleden doe je voor anderen, uit dank of respect”

In de kast van Ozark Henry

Als je denkt aan een stijlvolle artiest, denk je meteen aan Ozark Henry: een imposante verschijning van bijna twee meter, vaak gehuld in zwart, met een onmiskenbaar gevoel voor mode. Jassen, (zonne)brillen en Belgische ontwerpers Ann Demeulemeester en Toos Franken voeren bij hem de boventoon, en modellen van zowel A.F.Vandevorst als Dries Van Noten paradeerden reeds op zijn muziek – al zou hij er zelf ook niet misstaan. We ontmoeten Piet in zijn natuurlijke habitat: zijn studio in Wulpen, op wandelafstand van zijn huis in Oostduinkerke, maar dat kon evengoed restaurant De Mikke zijn. Daar geniet hij – net als ons – steevast van een filet pur, bleu gebakken, aan de ronde tafel links in de hoek. Over watertanden gesproken: wat schuilt er onder zijn kledinghoezen, delen Ozark Henry en Piet Goddaer dezelfde stijl en hoeveel brillen tellen we? We trokken onze stoute schoenen aan.

Terug naar de dresscode

In de inkom botsen we meteen op een rek gevulde kledinghoezen van – hoe kan het ook anders – Ann Demeulemeester. “Welke hoes ik ook openrits, de jas die eronder zit, matcht sowieso met mijn outfit. Alles in mijn kleerkast past namelijk bij elkaar.” Zijn Apple Watch is het enige stuk dat uit de boot valt, maar bevestigt zijn nood aan praktische mode. “Het mag extravagant zijn, zolang het comfortabel is. Mode is voor mij als een soort uniform, een vertrouwd schild.” Op zondagochtend kunnen we hem wel eens op een high-endjogging betrappen, maar nooit op het figuurlijke water in zijn kelder: “Japanse designermerken zijn helaas niet voor mij bestemd. Kleding dragen die te kort komt, vind ik onrespectvol tegenover de ontwerper.” Mode ziet hij namelijk net niet als een zelfexpressie: “We zijn al genoeg met onszelf bezig. Je opkleden doe je voor anderen, uit dank of respect, net zoals vroeger.”

Complimenten uit Tokyo

Hij draagt dan ook met trots kledij van Belgische makelij, waaronder de Antwerpse Toos Franken. In Wulpen waarschijnlijk onbekend, maar in Tokyo blijkbaar niet: “In het buitenland herkennen ze meteen welke Belgische designer ik aan heb, terwijl ze niet eens weten waar ons land ligt.” Piet heeft zijn gevoel voor stijl trouwens niet van een vreemde: “Mijn mama was patroontekenaar bij een confectiebedrijf. Al schetsend keek ze naar modeshows in Parijs.” Zelf werkte hij ook al eens mee aan een collectie voor Floris van Bommel en JBC. “Ik bezit goeie ideeën, maar niet het vakmanschap. Modeontwerpers zoals John Galliano, die voor de modehuizen Givenchy, Dior én Martin Margiela heeft gewerkt, bewonder ik enorm. Ook architectuur, mensen en gerechten kunnen mij inspireren. Eigenlijk alles, behalve muziek.”

Tien brillen, nul driekwartbroeken

Aan de kledinghoezen te zien – en zijn vraag om zijn mantels niet op de met stof bedekte tafel te leggen – draagt Piet duidelijk zorg voor zijn kleren. “Ik heb nog een jeansbroek van Diesel, die inmiddels 30 jaar oud is, en al decennialang een zwarte bomberjack van Louis Vuitton. Kwaliteitsvolle kledij verslijt niet en ikzelf heb het geluk dat ik daar nog altijd in pas”, lacht hij. Piet deelt zijn unisex kleerkast met zijn vrouw en kinderen, maar afscheid nemen van kledij is moeilijk. “Of ik zou het moeten geven aan iemand die mijn liefde voor mode deelt en het stuk zal koesteren.” Wij stellen ons alvast kandidaat. “Een closet sale, daar zeg je iets. Ik kan wel eens een detox gebruiken”, bekent hij. Zijn grootste zwak? Daar kan je niet naast kijken: “Ik heb wel zo’n tien brillen op sterkte, dus laat staan zonnebrillen.” Waar we hem echter nooit in zullen zien, is een driekwartbroek: “Ik snap anti-mode als statement, maar flatteren doet het niet.”

Shoppen in showrooms

Ook in de winkelstraat van Nieuwpoort-Bad zullen we Ozark Henry nooit tegenkomen, of het is op vraag van zijn vrouw of dochter. “Eigenlijk winkel ik niet graag. Ik heb daar te weinig geduld voor. Ik weet goed wat ik wil en op vijf minuten heb ik alles gezien.” Dat gevoel van iets nieuws te willen – wij kennen het allemaal – heeft Piet niet. “Ik shop één keer per seizoen en vind tweedehands even waardevol. Zolang het maar authentiek is.” En wanneer hij zich vragen stelt bij de veel te lage prijs, dan koopt hij het niet. “You support a sweatshop or you don’t.” Tegen onethische naaiateliers, is hij dus voorstander van slow fashion. Lang voor zijn kleerkast staat hij echter niet, ook niet voor zijn optredens. “Sinds ik met Ann Demeulemeester en Toos Franken samenwerk en in hun showroom shop, heb ik geen stylist meer nodig.”

Catwalk als podium

In zijn vrije tijd pikt Piet wel eens een Fashion Week mee. “De spanning die daar hangt, vind ik gewoonweg betoverend. Al hun werk valt of staat met een modeshow van 15 minuten. Dat is alsof muzikanten hun nummer maar één keer op de radio mogen laten horen.” Zelf is hij – tot onze grote verbazing – nog nooit gevraagd als model. Zijn muziek raakte wel al tot op de catwalk. “Ik zal het nooit vergeten: de A.F.Vandevorst SS 1998 modeshow.” Ook voor Dries Van Noten mocht hij al twee modeshows muzikaal aankleden. “Ik vond dat geweldig. Daar mogen zij mij zeker opnieuw voor vragen.” Momenteel steekt Piet de handen uit de mouwen voor de release van zijn nieuwe single ‘Light’ op 26 maart, het zomerfestival At Sea in Koksijde als host, en zijn nieuw album in oktober. “Mijn outfits kunnen al niet mislopen”, knipoogt hij nog.

Je stijl in drie woorden: Unisex, tijdloos en eigen.

Horloge of bril: Bril.

Bril of schoenen: Opnieuw bril. Ik vind dat een veelzeggend accessoire. En zonder zie ik niets. (lacht)

Schoenen of blote voeten: Dat ik soms eens blootvoets optreed, komt door koning Filip. Toen ik moest optreden in het paleis, was mijn voet namelijk nog maar net geopereerd. Mijn schoenen uitdoen, was zijn idee.

Goedkoopste item: Een paar sokken van Paul Smith.

Op je verlanglijstje: Iets wat nog gemaakt moet worden.

Favoriete kleur: Zwart.

Favoriete dag van de week: Maandag. Dan werk ik niet en kan ik lang lunchen in De Mikke.

Ochtend- of avondmens: Sinds de geboorte van mijn kinderen, beide.

Eerste wat je doet wanneer je opstaat: Een glas water drinken, mijn tanden poetsen en gaan lopen op een nuchtere maag.

Guilty fashion pleasure: Een rok. Dat zit supercomfortabel.

Tekst: Isabeau Verbist - Foto’s: Carolle Servayge
Ik wil ook m'n verhaal in De Zeeparel!

Deel dit artikel gekopieerd

  • https://zeeparel.be/magazines/mode-editie-2025/je-opkleden-doe-je-voor-anderen-uit-dank-of-respect

Misschien vind je deze artikels ook interessant.