Een Bekende Zeeparel heeft voeling met de kust, met wie ze zijn en wat ze willen. Tijd om deze verankerde locals dus beter te leren kennen. Voor dit tijdloze nummer sloegen we Angus Wittevrongel (55) aan de haak. Deze uitbater van viswinkel Mare Nostrum en het visrestaurant Julia in Sint-Idesbald beet de spits af, en hoe. Hij leeft à la carte, schenkt zichzelf graag een aperitiefje in en serveert ons met plezier zijn liefde voor de zee, zijn familie, zijn job en de vismijn.
Ik ben nu bezig met: Het uitbaten van viswinkel Mare Nostrum en visrestaurant Julia in Sint-Idesbald, samen met mijn team, waaronder mijn gezin. Zo staat mijn zoon, Cesar, fulltime in het restaurant en werken we samen nieuwe concepten en gerechten uit. De viswinkel hou ik open met mijn partner, Nathalie Syryn, beter bekend als Natje.
Leukste aan mijn job: Mensen inspireren.
Als ik één gerecht moet kiezen, dan is dat: Tarte tatin van witloof met Bretoense kreeft, van restaurant Belluga in Maastricht. Mijn favoriete keuken is heel eenvoudig, al is mijn favoriete gerecht dat allesbehalve. (lacht) Ik heb nog nooit iets gegeten dat zó klopte. Ik heb het al proberen na te maken, maar tevergeefs. Dat hoeft ook niet, want aan namaken heb je toch niets.
Dit krijg ik niet binnen: Les andouillettes, een worst gemaakt van alle ingewanden van een koe. Ik heb vroeger nog in Frankrijk gewerkt en daar at het personeel ze wekelijks. Dan ging ik bewust ‘eentje gaan smoren’. Ik ben geen moeilijke eter, maar dat eet ik nooit meer.
Dit zit standaard in mijn koelkast: Een flesje Ruinart Blanc de Blancs voor speciale gelegenheden en hoeveboter van ’t Vogelsteen, de beste boerenboter die er is, van een boerderijtje uit Pervijze. De boter gaat rechtstreeks naar het binnenste van je vis en is gewoonweg fenomenaal om een toengsje mee te bakken.
Als ik voor één persoon mag koken, dan is dat voor: Mijn ma, het schoonste mens van heel de wereld. Ze staat altijd buiten the spotlights, maar ze heeft een ongeziene daadkracht. Ze is altijd scherp in haar blik, maar zacht in haar oordeel. Ze springt altijd belangeloos voor iedereen in de bres en doet dat met veel plezier. Zo heb ik haar nog nooit een ‘nee’ horen uitspreken. Ze is een fantastische madam, in alle facetten. Een echte West-Vlaamse, in zowel bescheidenheid als attitude. Ze heeft voor mijn zus, mijn broer, mezelf en al onze vrienden al honderden toengsjes gebakken, dus het is nu eens aan ons.
Favoriete restaurant (buiten de Julia): Een klein restaurantje in Praiano, een Italiaans dorpje aan zee. Je zit er aan plastieken tafels en de uitbater is 75 jaar, maar de vibe is onbeschrijfelijk. Het ademt zee, er zijn geen dikke nekken en het is er supergezellig.
Ik blijf fit door: Vaak te gaan lopen en fietsen, samen met mijn partner, zoon of vrienden. Ik sport heel graag, en heb het ook nodig. Zo ga ik ook wekelijks naar mijn personal trainer, Sabine De Leeuw, want ik begin links en rechts toch wel eens last te krijgen. (lacht) Sport zuivert je geest en geeft je inspiratie. Na een fietstochtje kom ik altijd thuis met nieuwe ideetjes, door iets dat ik geroken of gezien heb.
Wildste ambitie: Ik wil geen Michelinster, maar ik zou wel graag vis-ambassadeur worden. Ik wil er samen met mijn team een serieuze patat op geven en groeien. We zijn elkaar waard, tonen wederzijds respect en hebben er enorm veel goesting in. Er borrelt iets. En niets dat meer motiveert dan een nieuw project. Een gemeenschappelijk doel houdt alles uitdagend, zowel op zakelijk als op persoonlijk vlak.
Alternatieve carrière: Wereldkampioencoureur. Ik fietste altijd met het truitje aan van Freddy Maertens, mijn jeugdidool, maar als jonge gast was wielrennen geen populaire hobby. Ik kan goed afzien, maar als voetballer had ik jammer genoeg geen talent. (lacht)
Favoriete quote: ‘Waar een wil is, is een weg’, wat ik 30 jaar geleden op mijn linkerschouder heb laten tatoeëren. Mijn ma vond dat geen goed idee, maar voor mij is het een daily reminder om goaze te geven. Ik heb in mijn gsm trouwens een lijstje staan met 10 quotes die heel belangrijk zijn voor mij. Mijn 10 geboden als het ware.
Dit drijft mij: Mijn familie. Het meest inspirerende in mijn carrière is de jeugd erin meenemen en als gezin ons verhaal brengen. Zowel mijn kinderen als die van mijn partner zijn namelijk betrokken in de zaak en komen geregeld helpen. Ik vind leading by example trouwens heel belangrijk. Je kan niet verwachten dat iemand iets doet wat je zelf ook niet doet. Niet enkel op werkvlak, maar ook qua mentaliteit en houding. Dat we een familiebedrijf zijn geworden is trouwens spontaan gebeurd. Een droom die is uitgekomen, zonder er bewust voor gewerkt te hebben.
Mijn rots in de branding: Mijn partner, Natje. Ik weet nog goed hoe ze in het begin haar neus opstak, wanneer ik toekwam met mijn viskleren aan. Ondertussen is ze helemaal mee in het verhaal en werken we dag in, dag uit samen in de vis. Ik mag mijn pollekes kussen, met haar aan mijn zijde.
Ik woon aan de kust omdat: Ik de zee nodig heb, en niet enkel voor mijn job. Wanneer ik ga lopen, fietsen of wandelen, is dat ook altijd aan zee. Die uitgestrektheid schept mogelijkheden, vrijheid, een nieuwe mindset. En hoe langer ik hier ben, hoe meer ik besef dat ik hier op mijn plaats ben. Want als jonge gast kan het hier vaak saai zijn; vind maar eens een café op zaterdagavond. (lacht) Daarom zoek ik af en toe nog eens het stadsleven op, om getriggerd te worden. Maar verhuizen? Nooit. Of het is naar Italië. Wij West-Vlamingen kunnen nog iets leren van hun flair.
Favoriete plek aan zee: De vismijn ’s morgens vroeg, wanneer de wereld nog slaapt. De mensen die daar rondlopen zijn al 20 jaar dezelfde, maar de vis die er aangevoerd wordt is iedere dag anders. Kwam mijn pa er vroeger al fluitend van terug, dan wist ik ‘bingo’. Zo niet, maakte ik mij snel uit de voeten. (lacht) Elke woensdag sta ik daar om 5.00 uur, wel of geen houten kop. Om 9.00 uur ben ik terug en dan heb ik al een schoon stik van mijn ochtend achter de rug. Het eerste wat mijn pa dan vraagt? De prijs van de gernoars.
Favoriet lied: In alle eenvoud, ‘Laat mie maar lopen’, van Willem Vermandere. In dat liedje zit alles waar ik als kleine mens voor sta. En uit pure schoonheid, ‘L’appuntamento’ van Ornella Vanoni. Een nummer dat binnenkomt en me naar de keel grijpt.
Dit brengt me aan het lachen: Mijn goeie vriend, Niko Maes, die een klucht vertelt.
Grootste angst: Geen, die komen er bij ons niet in. Wij staan positief in het leven en schieten in actie. Angst werkt namelijk verlammend. Als je ‘wat als’ begint te denken, dan moet je er zelf niet meer aan beginnen. De kans op slagen halveert, omdat je er vanaf het begin al niet in gelooft. Probeer, doe je best en 9 op de 10 keer maakt de angst plaats voor euforie.
Mijn favoriete woord: Is het Franse la convivialité, wat staat voor aan tafel zitten met mensen die je graag hebt. Aan tafel worden er banden gesmeed, weddenschappen gemaakt, kluchten vertelt en vooral tijd gemaakt voor elkaar en voor het eten. Het breekt dan ook mijn hart wanneer ik hier koppels zie zitten die niet praten met elkaar. Ze gaan samen op restaurant omdat het geacht wordt, niet om alles aan de kant te schuiven en een goed gesprek te hebben met elkaar.
Favoriet geluid: Toengsjes die bakken in de pan. Dat klinkt als muziek in de oren voor mij. Dat is het summum van mijn werk, wetende dat het stukje vis een hele weg heeft afgelegd. Als je boter dan mooi schuimt erover, daar word ik gelukkig van.
Guilty pleasure: Aperitieven, aperitieven en aperitieven. Ik vind dat het leukste moment van de dag, maar dat hoeft niet élke dag. Het is soms leuker om jezelf iets te onthouden, om er daarna dubbel en dik van te genieten. Het is ook beter voor je lichaam, want ik wil nog 120 worden.
Beste aankoop: Een ei-onthoofder. Dat is een klein en banaal toestelletje, dat het hoedje van je ei haalt. Voor mij is dat het ei van Colombus. Het maakt me oprecht gelukkig!
Favoriete geur: Vanille, wat me doet denken aan mijn jeugd. Ik ben opgegroeid in Siska, tussen de pannenkoeken, wafels en ijsjes, en die geur maakt me instant happy. In vers gekookte garnalen vind ik ook die vanillegeur terug.
Hiervan krijg ik een krop in de keel: Van het Nieuwjaarsconcert op tv. De periode rond Nieuwjaar is altijd druk en vermoeiend, dus die emoties in combinatie met vredige muziek, doen iets met me.
Dit is voor mij tijdloos: De liefde, iets dat altijd zal blijven bestaan en wat niemand kan uitroeien. Ook het uitspreken ervan is belangrijk. Een West-Vlaming dat ’kzie je gern’ zegt, dat kan wel even duren.
Favoriete schilder: Onze lokale Jean-Pierre Zinjé uit Sint-Idesbald. In Mondieu, het restaurant van mijn broer, hing vroeger een gigantisch werk van Marcel Berlanger, wat ik ook prachtig vond.
Ik start mijn dag altijd met: Een koffietje van versgemalen bonen. De machine maakt gigantisch veel lawaai, en dus iedereen wakker, maar de geur maakt veel goed.
Van levensbelang: Is dat ik nooit de vraag ‘wat als’ wil stellen op mijn 80ste. Feestjes afzeggen hoort helaas bij onze job, maar dat vind ik uiteindelijk niet erg. Maar de vrees om te beseffen dat ik iets niet gedaan heb wat ik wel graag zou gedaan hebben, dat zou vreten aan me.